Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact | Zoom

Wapenschild van Zele  

Memoires
van een
burgervader

Jef De Bruyne

  Jef De Bruyne

‘Grandegen Bol’ is het Bargoense woord voor burgemeester. In de twintigste eeuw heeft ons Zele vijf grandigen bollen gekend: Cesar Meeus, Armand Rubbens, Benoit Van Acker, Avil Geerinck en Jozef De Bruyne. De eerste vier hebben het tijdelijke met het eeuwige verwisseld en leven verder in een straat die naar hen genoemd is, Van Acker wist in levenden lijve zelfs een hele wijk op zijn naam te schrijven. Jozef De Bruyne is van de burgemeesters van de vorige eeuw dus de laatste der Mohikanen.

 

  In 1980 werd hij – bij de plotse dood van zijn voorganger Avil Geerinck – totaal onverwacht burgemeester. Van 1980 tot 2000 drukte hij zijn stempel op onze gemeente. Deze zomer bereikte hij de kaap van 75 en toen ik hem vroeg of hij zin had zijn verhaal te vertellen, kreeg ik onmiddellijk een positief antwoord. Alleen… sinds enige tijd strijdt hij tegen dé ziekte. Een strijd die niet makkelijk is en zijn leven wordt een stuk bepaald door de chemotherapie. Drie keer trok ik naar de Kortestraat voor een babbel met Jef, die ondanks zijn ziekte, nog niets verloren heeft van zijn spontaneïteit en ook zijn kwinkslagen zijn nog steeds van de partij.

Roots
Het verhaal van Jef begint in Zele op 10 juli 1936. Eigenlijk ben ik een dag te vroeg geboren, grapt hij. Pastoor Vermoesen zaliger was jarig op 12 juli. Ooit zei ik hem eens dat we beiden gepland waren voor de Vlaamse feestdag. Alleen ik was een beetje te hevig, Vermoesen moet eerder een rustige geweest zijn en dus een beetje te laat.

FC Scela in 1925   Jef was het zesde kind uit een gezin van negen. Zijn vader was Pieter De Bruyne en zijn moeder Irène Schobbens. De Bruynes waren rasechte kloddezakken, de familie Schobbens kwam uit Oordegem. Vader Schobbens was rijkswachter ofte gendarm en deze waren verplicht te gaan wonen in de gemeente waar ze dienst deden. Pieter De Bruyne was de zoon van Gustaaf die in de Dokter Armand Rubbensstraat gareelmaker was. Pieter was geboren in 1896 en omdat hij goed begaafd was mocht hij voor onderwijzer studeren.
Pieter De Bruyne was een idealist pur sang. Van huis uit waren ze het gedachtegoed van het Daensisme erg genegen. Zelf was Pieter een man die Vlaanderen en heel de Vlaamse Beweging in zijn hart droeg. Hij was lid van de Sint-Michielskring ‘Trou moet blijcken’ en ook van de Zeelse Onthoudersbond, twee verenigingen waar hij samen met Edmond Rubbens in het bestuur zat. Verder was vader De Bruyne een echte Kajotter die begeesterd was door Cardijn. Vanuit de Kajotters is FC Scela gesticht in 1925 en werd Pieter de eerste voorzitter van onze katholieke Zeelse voetbalploeg die zwart en geel als clubkleuren had.
FC Scela in 1925. Pieter De Bruyne tweede van rechts,
tussen de spelers herken je Benoit Van Acker
 
In 1929 trouwde Pieter Bruyne met Irene Schobbens. Beiden hadden een christelijke opvoeding gehad en leefden ook vanuit hun geloof. ‘Gaat en vermenigvuldigt u’ waren woorden uit de Bijbel die het jonge koppel zo snel mogelijk in daden omzette en met resultaat. Het gezin werd ‘gezegend’ met negen kinderen: Jules (°1930), Herman (°1931), Marcel (°1932),  Etienne (°1934), Christiane (°1935, overleden in 1936), Jozef (°1936) Godelieve(°1938),  Staf (°1939) en Wilfried (°1946). Die kinderzegen was voor moeder De Bruyne blijkbaar erg belangrijk. Zo erg dat ze diep bedroefd was als er een jaar was zonder een geboorte. Jef toont me een album waarin negen foto’s staan van het groeiende gezin. Na iedere geboorte werd het gezin De Bruyne in sepia vereeuwigd voor het nageslacht.
Maar, gaat Jef verder, die christelijke praktijk had ook zijn consequenties. De pree van een onderwijzer was in die jaren allesbehalve. Moeder De Bruyne die ook onderwijzeres was en tot aan haar huwelijk les gegeven had in de Kouterschool werd bij haar huwelijk verplicht ontslag te nemen. Een kleine wedde en een groot gezin verplichtten vader De Bruyne om een tweede inkomen te zoeken. Hij startte een drukkerij op de naam van zijn zuster Maria (Mamie voor de kinderen) want ook in die tijd was zulke cumul niet toegestaan. Het gezin woonde eerst in de Dreef, later op de Lokerenbaan waar moeder De Bruyne een winkeltje had van dagbladen, boeken, schoolgerief, missaals, paternosters en zo kon het gezin toch de eindjes aan elkaar knopen maar comfort was er zeker niet.
  Het gezin de Bruyne
 
Het gezin De Bruyne in 1941. Van links naar rechts: Marcel, Herman,
vader Pieter, Lieve, Etienne, Jef, Staf, moeder Irène en Jules.
Jef De Bruyne als communicant  

Jeugd
Over zijn jeugd is Jef niet laaiend enthousiast. Zijn schoolcarrière begon in de kleuterschool op het Heilig Hartplein. Hij herinnert zich dat hij als kleuter alleen naar ’t Dorp trok. Daarna kwam hij in de gemeenteschool, waar zijn vader onderwijzer was, terecht. Zijn speelterrein was de Dreef. Geen straat zoals ze er nu uitziet maar gewoon een dreef waar Wasserij De Lelie was. Een zwarte periode in zijn lagere schooltijd was ongetwijfeld de bevrijding in 1944. Vader Pieter die voor de oorlog reeds lid was van het VNV (het Vlaamsch Nationaal Verbond, een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij) werd door de repressie hierop afgerekend, werd uit zijn ambt van onderwijzer ontzet en samen met verschillende andere Zelenaars opgesloten in het kamp van Lokeren voor vier maanden. Pas in 1949 volgde er een uitspraak en kreeg vader De Bruyne zijn burgerrechten terug.

Het gezin De Bruyne had het allesbehalve makkelijk in die jaren. Jules en Herman, de twee oudsten, moesten thuis blijven van school om te gaan werken. In de gemeenteschool gaf dat de nodige spanningen en dus werd Jef na het zesde leerjaar op internaat gestuurd bij de Minderbroeders in de Luikstraat in Lokeren. Dat was daar een vrij streng regime, herinnert Jef zich. We mochten maar één keer per trimester naar huis en één keer per maand mocht er bezoek komen op zondagnamiddag. Voor de rest was er veel studie, veel sport en ook de godsdienstige opvoeding was belangrijk. We zaten zeker zo veel in de kerk als in de studie, lacht Jef. We hadden iedere dag het ochtendgebed, dan turnen op de koer, de dagelijkse mis, middag- en avondgebed, de rozenkrans en op zondag de hoogmis en als toetje de vespers in de namiddag. Drie jaar heb ik het er volgehouden, vertelt Jef, ik ben er wel graag geweest maar opgesloten zitten was niets voor mij en ge moest daar op tijd gaan lopen want anders had je het zitten, doelend op een of andere roeping.

Marcel, een van zijn oudere broers, was bakker en Jef kon het goed vinden met hem. Daarom koos hij op zijn vijftiende voor een opleiding Confiserie en Patisserie in een private school op de Charlottalei in Antwerpen. Na de eerste jaren koos hij als specialisatie chocolatier en op zijn achttiende had hij dat diploma op zak. In afwachting van zijn legerdienst hielp hij zijn broer Marcel in de bakkerij in De Deckerstraat. Jef was van de klasse 55 en koos ervoor om te tekenen voor onderofficier. 18 Maanden duurde zijn troep: 2 maanden opleiding in Turnhout, 6 maanden in Arlon voor de opleiding onderofficier en daarna verhuisde hij voor de rest van zijn termijn naar Siegen in Duitsland. Daar kwam hij bij de genietroepen terecht en dat was een kolfje naar zijn hand: opleiding geven, bruggen bouwen met bootjes, springstoffen leggen, de boel laten ontploffen…


Werk   Vrouw

Na zijn legerdienst kon Jef aan de slag in Ukkel bij Verhaeren, de toenmalige voorzitter van de chocolatiers van België. Zes jaar lang heeft hij daar gewerkt en dan hield hij het voor bekeken. Jef had zin om een eigen zaak op te starten. Omdat hij niet onmiddellijk een lening kon vast krijgen, ging hij aan de slag bij Fiel Nies.

De jaren zestig waren gouden jaren voor de Zeelse kabelleggers. Fiel Nies werkte in die tijd met 300 man. Jef begon in Kallo maar vrij snel verhuisde hij naar Wallonië. In Luik en Athus was hij als ploegbaas verantwoordelijk voor het trekken van kabels voor de staalbedrijven daar. Samen met zijn ploeg was hij een hele week van huis en als ik Jef hoor vertellen werd er daar serieus gas gegeven.

In die tijd was er nog de 48-urenweek en het was pas zaterdagnamiddag eer de mannen terug thuiskwamen. De mannen werden per meter betaald en dat motiveerde. Ja, zegt Jef, het was hard werken maar we verdienden echt veel geld. In die jaren werd er nog om de veertien dagen uitbetaald en vele van die mannen konden serieus wat smouz’n.

 

Bij Fiel Nies heeft hij ook zijn vrouw leren kennen. Op een bepaald moment kwam Godelieve, een van de dochters van Fiel, samen met de vrouw van Briek Famaey op bezoek in de Walen. Ze waren juist bezig een hele dikke kabel te trekken. De arbeiders hadden overnachting maar voor de bezoekers was er niets voorzien. Lieve kreeg serieus onder haar voeten en samen met Jef gingen ze op zoek naar een hotel. Van het een kwam het ander, ze hebben vier jaar gevreeën en in 1967 zijn ze getrouwd. Eigenlijk wilden ze een jaartje vroeger trouwen maar haar zus Irene trouwde dat jaar en twee huwelijken in één jaar vond vader Nies iets te veel van het goede.
Ze trouwden dan maar op 7 januari en dat was zeker voor de warme voeten want het had die dag serieus geijzeld en gesneeuwd en de Langestraat moest vrijgemaakt worden met een graafmachine, wilde het bruidspaar veilig op ’t dorp geraken. Jef startte zijn eigen zaak in de Oudburgstraat (naast het Achturenhuis). Hij maakte zelf pralines die hij in zijn winkel verkocht en voor het overige had hij ook nog een groothandel. Begin jaren zeventig bouwden ze in de Kortestraat een huis met een atelier. Lieve en Jef kregen drie kinderen: Katrien (1972), Luk (1974) en Tom (1979).

Volksunie
Jef was tot zijn dertigste niet echt geëngageerd in de gemeente. Je moet rekenen, vertelt hij, dat wij een lange werkweek hadden en dus bleef er weinig tijd over voor andere zaken. Begin jaren zestig trof een groepje mensen elkaar geregeld in Café ’t Moleken op de Kouter. Het waren enerzijds personen die slachtoffer geweest waren van de repressie en anderzijds mensen zonder een oorlogsverleden maar die het Vlaams-nationalisme een warm hart toe droegen.
Bij de verkiezingen van 1961 had de Volksunie 5 zetels in de kamer en 2 in de senaat veroverd. Doorheen de maanden en jaren groeide de idee om ook in Zele een Volksunieafdeling op te richten en deel te nemen aan de verkiezingen. Rik De Meester, Clovis Van Driessche, Robert De Leenheer, Jaak Van Der Eecken, Leo Callaert, Eric Maes en natuurlijk ook Pieter en Jef De Bruyne waren de mannen van het eerste uur.
In mei 1965 namen Jef De Bruyne en Jaak Van Der Eecken een eerste keer deel aan de verkiezingen. Jef stond op de tweede plaats voor de provincie, Jaak Van Der Eecken kreeg de derde plaats op de kamer. Jef behaalde 477 naamstemmen, Jaak slechts 185.  De Volksunie scoorde goed met 12 kamerleden en 5 senatoren. Na deze eerste stap werd er besloten in Zele een eigen afdeling op te richten. Dat gebeurde op 11 juli 1965.
  Vlaamse Leeuw

.Jef werd verkozen als voorzitter, zijn vader werd administratief secretaris, Clovis Van Driessche werd politiek secretaris, Eric Maes stond in voor de propaganda, Emiel Vereecken was schatbewaarder en Robert De Leenheer en Rik De Meester bestuursleden. Later traden ook Herman Van Wichelen, Benny Van Hoeywegen, Paul Geerinck, Leo Callaert, Jan Strynckx en anderen toe bij het bestuur.
Het eerste doel van het bestuur was te zorgen dat de afdeling wat financiële armslag kreeg. Het ei van Columbus meenden ze gevonden te hebben in de oprichting van een Vlaams Huis in Zele. Het werd een vzw en in de Kloosterstraat huurden ze in 1968 het voormalige ‘Blauw Huis’. Het diende als ontmoetingsplaats maar werd tevens gebruikt voor vergaderingen, sociaal dienstbetoon, bals en andere festiviteiten. Lang heeft dat liedje echter niet geduurd want in 1973 werd de zaak opgedoekt.

 

In 1968 viel de regering Vanden Boeynants- De Clercq over Brussel, Leuven en de Limburgse mijnen. De verkiezingsstrijd was bijzonder heftig en vooral de heroïsche verhalen van de nachtelijke plakploegen waren tekenen van een verbeten strijd. Drie kandidaten uit Zele: Jef (eerste plaats provincie), Rik De Meester (lijstduwer Senaat en 5de plaatsvervanger voor de Kamer) en Clovis Van Driessche (5de plaatsvervanger voor de Senaat).

Het resultaat voor de Volkunie was schitterend. Ze kreeg respectievelijk 20 en 14 verkozenen in Kamer en Senaat. Jef haalde niet minder dan 934 voorkeurstemmen, Rik De Meester 717 en Clovis Van Driessche 227. Jef raakte niet verkozen maar het was duidelijk dat ook in het kanton Zele de Volksunie in de lift zat.

Stemhokje Gemeenteraadsverkiezingen 1970
Avil Geerinck  

Op 11 oktober 1970 waren er gemeenteraadsverkiezingen. Verkiezingen die zorgden voor de nodige zenuwen binnen het bestuur van de Volksunie. De Volksunie in Zele was maar een groepje van een handvol mensen, had geen achterban, weinig financiële middelen en last but not least geen valabele kopman. Onze gemeente was tot dan toe bestuurd door een homogeen C.V.P.-bestuur. Toen burgemeester Benoit Van Acker in het voorjaar van 1970 besloot om geen kandidaat te zijn, was dat wel een verrassing. Er waren verschillende troonpretendenten die aasden op de eerste plaats van de C.V.P.-lijst. Eén ervan was Avil Geerinck maar omdat hij een nieuwkomer was op het politieke toneel, maakte hij geen kans. Rik De Meester had geregeld contact met Avil en polste of hij geen interesse had om lijsttrekker te worden op de lijst van de Volksunie. Avil zei niet ja, niet nee. Het was duidelijk dat hij twijfelde.

Pas in de maand juni trof Jef Avil voor een babbel. Om een lang verhaal kort te maken, op een bepaald ogenblik ergens in de oogstmaand gaf Avil zijn ja-woord onder bepaalde voorwaarden: de lijst mocht niet Volksunie heten en hij wou inspraak bij de samenstelling van de lijst. Na een aantal vergaderingen was het bestuur akkoord om onder naam ‘Zeelse Belangen’ naar de stembus te trekken. Jef kreeg de tweede plaats op de lijst. Wijlen Henri Van Daele, die ook op de lijst stond, tekende voor het programma onder de naam ‘Er marcheert een reus door Zele…’. De Zeelse Belangen pakte uit met een reclamecampagne die duidelijk liet merken dat er een nieuwe wind in aantocht was. Het moeten de meest spannende verkiezingen geweest zijn die Zele ooit gekend heeft.

In 1970 telde onze gemeenteraad 17 raadsleden. De uitslag van de verkiezing was alleszins historisch te noemen want voor de eerste keer in de Zeelse geschiedenis was de C.V.P. haar volstrekte meerderheid kwijt. Dit was het resultaat: B.S.P. (2), P.V.V. (4), C.V.P. (8) en Z.B. (3). Jef was samen met Avil en Paul Geerinck verkozen. De coalitievorming die daar op volgde, liep alles behalve van een leien dakje. Het zal hier wel ieder zijn waarheid zijn maar doordat de C.V.P. niet tegemoet kwam aan de eisen van P.V.V. of B.S.P. dreven ze de twee partijen in het kamp van de Z.B.

  Avil, overdonderd door het verkiezingssucces, was eerst bereid een schepenmandaat te aanvaarden in een coalitie met de C.V.P. maar binnen de Zeelse Belangen bleef men er op hameren dat hij burgemeester moest worden. Uiteindelijk is Z.B. in zee gegaan met de B.S.P. en de P.V.V. Z.B. kreeg de burgemeester, de P.V.V. twee schepenen en het voorzitterschap van de C.O.O. en de B.S.P. tenslotte twee schepenmandaten. De C.V.P. heeft nog geprobeerd om Jef De Bruyne en Paul Geerinck te overtuigen om over te stappen en ze kregen allebei een schepenambt aangeboden. Ze hebben daar voor bedankt.
Stemhokje Gemeenteraadsverkiezingen 1976

In de voorbije zes jaren had de coalitie de gemeente bestuurd naar godsvrucht en vermogen. Ondanks het feit dat er een erg nipte meerderheid was (9 tegen 8) is het maar een paar keer gebeurd dat dit problemen gaf. Vooral het dossier van het gemeentelijke zwembad zorgde af en toe wel eens voor de nodige perikelen. Het was belangrijk dat het gemeentehuis een open huis werd voor alle inwoners. Avil was als burgemeester er voor alle mensen, ongeacht de politieke kleur en door zijn uitgebreid dienstbetoon en zijn eenvoud werd hij echt populair, meent Jef. In 1976 waren er terug verkiezingen.

1976 was het jaar van de fusies. Zele werd een fusie bespaard, een twee grenscorrecties met Lokeren en Waasmunster niet te na gesproken. Wat er wel wijzigde was het aantal gemeenteraadsleden. Van 17 sprongen we in een keer naar 25 zitjes in ons gemeentelijk parlement en er kwam tevens een schepenambt bij.
In de aanloop van de verkiezingen waren de drie coalitiepartners erg ‘lief’ voor elkaar en de liberalen en de socialisten hamerden in hun propaganda in hoofdzaak op de wenselijkheid om de bestaande coalitie (ZB-PVV-BSP) verder te zetten. En dan kwam 10 oktober 1976. Het was echt een electorale aardverschuiving, zegt Jef, we wisten onze stemmenaantal van 1970 gewoon te verdubbelen.

Dit was de uitslag: ZB 10(+7), CVP 9 (+1), PVV 4(SQ) en BSP 2(SQ).  Het was ook de eerste keer in de verkiezingen dat het verboden was om te panacheren (zijn stem verdelen door te stemmen op kandidaten van verschillende partijen). Burgemeester Geerinck verdubbelde zijn naamstemmen maar ook Jef scoorde vrij goed (van 300 naar 681 stemmen).

  De kiezer had de kaarten serieus door elkaar geschud en dat maakte de coalitievorming er niet makkelijk op. In de roes van de overwinning was er op zondag een akkoord gesloten tussen ZB en PVV waarbij ZB de burgemeester en twee schepenambten kreeg, de PVV kreeg er drie plus het voorzitterschap van het C.O.O. (met slechts vier verkozenen). Deze vlieger is uiteindelijk niet opgegaan, vertelt Jef zo vele jaren later, want binnen ons bestuur was er onvrede met dit akkoord. Om een iets ruimere meerderheid te krijgen kwam er een nieuw voorstel waarbij de PVV een schepenzetel zou afstaan aan de socialisten. Omdat de PVV van mening was dat de ZB een schepen moesten afstaan in plaats van de liberalen, zochten de ZB hun heil bij de CVP die tevreden waren met drie schepenen terwijl de ZB de burgemeester en twee schepenen kreeg plus het voorzitterschap van de COO. In dit akkoord stond ook duidelijk vermeld, zegt Jef, dat het schepenambt van openbare werken voor de ZB was en tevens dat Etienne Cooreman geen schepenmandaat zou krijgen. Ik wist, gaat Jef verder, dat Avil Geerinck en Etienne Cooreman erg smalle vrienden waren en om alle moeilijkheden te voorkomen stond dat duidelijk zwart op wit in het akkoord.
In de nieuwe coalitie werd Avil terug burgemeester terwijl Petrus Poppe en ik schepen werd. De CVP zorgde met Louis Walrave, Karel Poppe en Jozef Van Kerckhove voor de andere helft van het schepencollege. Met een ruime meerderheid van 19 zetels op 25 zat de nieuwe coalitie iets comfortabeler dan de vorige.
Ik werd schepen van openbare werken, vervolgt Jef. Dat lag in de aard van het werk dat ik bij mijn schoonvader gedaan had en ik voelde me in mijn sas in mijn nieuwe opdracht. Het enige dat iets moeilijker was dat ik mijn schepenambt moest combineren met mijn zaak en ook nog drie kleine kinderen had. Ik moet eerlijk bekennen, voegt hij er aan toe, dat ik mijn kinderen maar zien groeien heb van op afstand.

8 April 1980

Misschien zegt deze dag je niets maar voor Jef was die dag een keerpunt in zijn leven. Die maandag was het schepencollege. Tijdens de vergadering verliet burgemeester Geerinck het college om iets te halen in zijn bureau. Toen hij te lang weg bleef, gingen de gemeentesecretaris en schepen Poppe even kijken. Ze vonden hem dood op de grond. Hartaderbreuk. Iedereen was er onderste boven van. Het was duidelijk dat een tijdperk in de Zeelse politiek was afgesloten. Samen met de familie werd de begrafenis voorbereid, vertelt Jef, en dat was niet zo makkelijk. Afscheid nemen van een vriend, van het boegbeeld van onze partij. Maar ook dan ging het leven voort na de begrafenis.
De CVP was hier heel loyaal en respecteerde het akkoord dat we in oktober 1976 hadden afgesloten, zegt Jef, de burgemeester was voor de Zeelse Belangen en vanuit de partij werd ik voorgedragen als burgemeester.
Laat het duidelijk zijn dat ik nooit de ambitie om burgemeester te worden gekoesterd heb, gaat Jef verder, mijn voorganger Avil had die ambitie wel. Die had drie wensen voor zijn leven: mogen studeren, een rijke vrouw trouwen en burgemeester van Zele worden, zijn wensen zijn allemaal werkelijkheid geworden, lacht Jef.
Eerst was hij dienstdoend burgemeester en op 18 juni 1980 werd hij door de koning benoemd in zijn ambt. Totaal onverwacht was Jef dus burgemeester geworden van onze gemeente.
Had je het gevoel dat je erin gesmeten was? vraag ik hem. Nee, antwoordt Jef, dat gevoel had ik niet. De gemeentepolitiek was me meer dan vertrouwd en ik draaide al meer dan twee jaar mee in het schepencollege, de lopende dossiers kende ik dus wel door en door. Alleen ik was burgemeester geworden zonder verkiezingen en dat is dus anders dan anders.

  Jef De Bruyne in 1980
     
Jef De Bruyne met zijn tricoliore burgemeestersjerp  

Ik heb van in den beginne mijn verantwoordelijkheid ernstig genomen, gaat Jef verder. Ik probeerde naar godsvrucht en vermogen te zorgen voor een goede samenwerking en de steun van de administratie en de gemeentelijke diensten waren dus van onschatbaar belang. Ik ben die mensen nog altijd dankbaar hiervoor.

Toch werd het enigszins spannend in de rush naar de gemeenteraadsverkiezingen van 1982. We waren ons boegbeeld Avil Geerinck kwijt en het was koffiedik kijken of ik onze partij, de ZB, naar een verkiezingsoverwinning kon leiden, vertelt Jef. Toen we het ‘Bal van de burgemeester’ organiseerden trokken we naar ’t Zelehof. We gaan stoppen, zei de uitbater, maar voor jou maak ik graag een uitzondering. Het werd een overdonderend succes en dat was voor mij echt een hart onder de riem., zegt Jef.

Voor de gemeenteraadsverkiezingen hadden we nog een harde noot te kraken: de benoeming van de directeur van de gemeenteschool. Gustaaf De Mets werd toen benoemd en kandidaten uit de ZB vingen bot. Dat gaf serieuze spanningen binnen onze partij, bekent Jef zo vele jaren later, maar gelukkig konden we de plooien glad strijken voor de verkiezingen eraan kwamen.

Aan deze benoeming houdt Jef nog een slechte herinnering over. Iets waar ik erg veel aanstoot aan nam, zegt hij. In zijn universiteitsthesis over de gemeenteraadsverkiezingen na de Tweede Wereldoorlog schrijft Patrick Poppe: ‘Het is in de gemeente algemeen geweten dat enkele jaren geleden de benoeming van het schoolhoofd in de gemeenteschool onder druk is gebeurd van de plaatselijke geestelijkheid. Het al of niet ‘ter kerke gaan’ van de kandidaten was een belangrijke beoordelingsfactor bij de benoeming.’ Ik kan er niet aan doen, zegt Jef, maar dat stootte me erg tegen de borst dat hij zoiets schrijft zonder dit te kunnen staven. Ik heb trouwens nooit met deken Van Driessche over politiek gesproken.

Stemhokje Gemeenteraadsverkiezingen 1982
Dit werd ongetwijfeld de meest memorabele verkiezing van de twintigste eeuw in ons eigenste Zele. Als je de uitslag bekijkt zag je duidelijk dat de bestaande coalitie (ZB en CVP) door de kiezer gehonoreerd werd: ZB 11 (+1), CVP 9 (SQ), PVV 2 (-1) en SP 3 (+1). Ik was echt content met mijn persoonlijk stemmenaantal, zegt Jef, Avil had op zijn hoogtepunt 3558 stemmen gehaald en ik kwam met mijn 3399 daar dicht in de buurt. Maar dan begonnen de perikelen pas. De ZB was zinnens de coalitie met de CVP gewoon verder te zetten.
Toen we moesten samenkomen om het akkoord te tekenen, hebben de CVP-verkozenen hun kat gestuurd. Even later vernamen we, herinnert Jef zich, dat de CVP een coalitie afgesloten had met de PVV en de SP en het zag er dus naar uit dat we op de oppositiebanken zouden terecht komen. In dat akkoord kreeg de CVP de post van burgemeester toegewezen en daar is het binnen de CVP misgelopen. Er woedde een interne strijd tussen wie er kandidaat burgemeester (Roger Van Hecke of Jozef Van Kerckhove) zou worden en de slotsom was dat Jozef en Paul Van Kerckhove hun conclusies daaruit trokken en een eigen partij oprichtten, de Zeelse Christen Democraten, die een coalitie sloot met de Zeelse Belangen.
  De ZB kreeg de burgmeester en drie schepenen (Marcel De Waele, Paul Geerinck en Alfons Rupus) terwijl de ZCD twee schepenen kreeg Jozef en Paul Van Kerckhove en Godfried Dauwe voorzitter werd van het OCMW. Ondanks het feit dat we een erg nipte meerderheid (13 tegen 12) hadden, hebben we goed samengewerkt en konden we ons beleid verder zetten. Het is maar een paar keer gebeurd dat onze coalitie het moeilijk had. De Zuidelijke omleidingsbaan was er één van maar ook de perikelen rond de omvorming van het OCMW en de afbouw van de kliniek zorgden voor de nodige spanningen.
In 1987 was er met heel de ziekenhuiskwestie onenigheid ontstaan binnen de toch wel vrij nipte meerderheid door de houding van de OCMW-voorzitter. Na de stemming over de beddenkwestie stemde de voorzitter uit wraak mee met de oppositie zodat de meerderheid niet meer kon benoemen in het OCMW. Op een bepaald moment is CVP-voorzitter Roger Van Hecke bij mij gekomen, vertelt Jef, met de vraag of er niet kon gesproken worden over een mogelijke coalitievorming voor 1988. Tussen Jef en Roger werd er een overeenkomst gesloten dat de CVP in het OCMW zou meestemmen met de ZB en zo werd Godfried Dauwe zelf gecounterd.
Groep ZB 1982

 

Schepencollege 1982-1988   Ontmoeting met koningBoudewijn
De lijst ZB in 1982
Het schepencollege 1982-1988
Bezoek koning Boudewijn
aan Syncloglas
Gemeenteraad eind 1988
De gemeenteraad. Van links naar rechts: Roger Van Hecke, Alfons Rupus, André Walraeve, Marcel De Kimpe, Cesar Van Lysebettens, Gilbert Troch, Paul Geerinck, Karel Poppe, Alfons Rupus, Marcel De Waele, Claudine Heirman, Minne Cleen, Jozef De Bruyne, Marc Van Mossevelde, Martha Rubbens,
Fernand Roels (dienstdoend secretaris), Raf Michiels, Leo De Schepper, Hubert Temmerman, Jozef Van Kerckhove, Gustaaf Vercauteren,
Paul Van Kerckhove, Edgar François-Wilson, Maurits De Vriese, Petrus Poppe en Jan Strynckx.
Stemhokje Gemeenteraadsverkiezingen 1988

Voor deze verkiezingen presenteerde de ZB zich aan de kiezer met de ZCD op één lijst. Het legde onze partij geen windeieren, vertelt Jef, want de lijst haalde 12 zetels (+1). CVP haalde er 6 (-3), PVV 3 (+1) en SP 4 (+1). Wat ik met de CVP had afgesproken, kon ik niet hard maken bij de mensen van de ZB, zegt Jef. Op dat moment was het voor onze partij  het voordeligst in zee te gaan met de PVV.

De ZB sloot dus een coalitie met de PVV die één schepenambt kreeg (Guido De Block). De andere schepenen waren vertrouwde figuren Jozef Van Kerckhove, Paul Van Kerckhove, Marcel De Waele en nieuwkomer Raf Michiels. Hubert Temmerman kreeg het voorzitterschap van het OCMW.

1988 was tevens het hoogtepunt van de partij want daarna ging het stilletjes aan decrescendo.

 
Lijst ZB in 1988  
De lijst ZB in 1988
 

De vier lijstrekkers van 1988 gewikt en gewogen op de Dijkfeesten.
Guido De Block (PVV), Daniel De Keyser (SP),
Philip Van Damme (CVP) en Jozef De Bruyne (ZB)

Stemhokje Gemeenteraadsverkiezingen 1994
De lijst ZB in 994   Vanaf deze verkiezing telde onze gemeenteraad 27 zetels en kwam er ook een schepenambt bij. Het was de verkiezing waarin de VLD duidelijke winst maakte: 7 zetels (+4), ZB 10 (-2), CVP 8(+2) en SP 2 (-2). De coalitie was vrij snel gesloten tussen ZB en VLD. ZB kreeg de burgemeester en drie schepenen (Jozef Van Kerckhove , Raf Michiels en Aimé Van Avermaet) en de VLD evenveel: Daniel De Keyser, Guido De Block en Patrick Poppe). Dirk Blancquaert werd OCMW-voorzitter.   Het schepencollege in 1995
Het gezin De Bruyne   Pastoor Vermoesen en Jef De Bruyne geven een demonstratie vlegeldorsen   Aanstelling Pastoor Raf Vermeulen op de Kouter
Jef en zijn gezin in 1991
Vlegeldorsen samen met pastoor Vermoesen
Aanstelling pastoor Raf Vermeulen in 1993
Stemhokje Gemeenteraadsverkiezingen 2000
Verkiezingspropaganda 2000  

Dit waren de laatste verkiezingen voor Jef. Zijn partij haalde nog slechts 6 zetels en VLD en CVP maakten een coalitie. Na dertig jaar belandde de ZB voor de eerste keer in hun bestaan in de oppositie. Die oppositiekuur zag Jef met de beste wil van de wereld niet zitten. Ik moest me daar bij neerleggen, zegt Jef zo vele jaren later, dat is een deel van de democratie.

Ik had echt het gevoel, ’t is beslist en sinds de gemeenteraadsverkiezingen heb ik de laatste maanden mijn werk thuis gedaan.

  Afscheid
         
Pensioen

Mijn leven kreeg op dat moment een erg drastische wending, gaat Jef verder. Vroeger was ik nooit thuis en plots was ik altijd thuis. Dat was in het begin een erg grote aanpassing en in 2001 heb ik werk gezocht. Ik was niet iemand om tussen vier muren te zitten. Bij Jetair begon hij vervoer naar de luchthaven te doen. Dat was een hectische job, bekent Jef. In die vier maanden dat ik er gewerkt heb, heb ik de helft van Vlaanderen gezien. Een gps bestond toen nog niet en soms reed mijn vrouw mee om de kaart te lezen. Gelukkig kwam er vrij snel een soortgelijke job vrij bij Reizen De Strycker in Lokeren en dat was een mooiere job. Daar moest ik mensen ophalen uit onze streek en dat was een pak makkelijker. Bijna tien jaar lang had hij zo zijn bezigheid. Het was een job die me erg lag, bekent Jef, want zo kwam ik terug onder de mensen en ik heb mensen nodig!

Hobby’s had of heeft Jef niet. Politiek was zijn grote passie. Meer dan dertig jaar lang was dit een groot stuk van zijn leven, er was geen leven buiten de politiek. Wandelen deed hij wel in zijn pensioen. Hij draaide zijn hand niet om voor tochten van rond de vijftien kilometer. Ook naar hun chalet in ‘Dardennen’ gaan Jef en zijn vrouw Lieve geregeld.

 

Politiek is voor Jef een afgesloten hoofdstuk. De ZB bestaat niet meer. De ZDB (de Zeelse Democratische Belangen) heeft zich losgemaakt van NVA en sinds de vorige gemeenteraadsverkiezingen is het politieke landschap nog meer versnipperd geraakt. Jef vraagt zich eerlijk gezegd af of een gewone sterveling dat nog allemaal kan volgen. Zelf blijft hij de Zeelse politiek volgen van op afstand. Iedere maand krijgt hij nog de agenda van de gemeenteraad met de toelichtingen. Hij weet dus wat er op het gemeentehuis beslist wordt.

Als ik hem vraag wat de belangrijkste dossiers waren in zijn 20 jaar burgemeester moet hij niet lang nadenken. Het dossier van de Zuidelijke omleidingsbaan heeft hem lange tijd achtervolgd ook al waren de onteigeningen reeds jaren ervoor gebeurd. Hij is wel fier op heel het Zeelse afwateringssysteem (dat nu bijna voltooid is), de creatie van woongelegenheid in de Schrijverswijk en op de Vrije Heide (Heikant), de aanzetten tot de realisatie van het Ringenhof en het Zeilhof (Durmen), de bibliotheek, de waterzuivering, de renovatie van onze Markt, het Fonteinhof, het dossier van de renovatie van de Sint-Ludgeruskerk… Vooral de woningbouw vindt hij van kapitaal belang. Er zijn nog mogelijkheden, meent Jef, maar dan moet men wel de stier bij de horens vatten.

Jozef De Bruyne  

Jef kan terugblikken op 35 jaar in de politiek. Hoe kijk je daar op terug, vraag ik hem op de man af. Het wordt plots stil aan tafel. De spraakwaterval is plots stil gevallen. Zijn ogen worden vochtig…

Politiek is altijd een beetje vallen en opstaan, antwoordt hij dan uiteindelijk. ik heb altijd geprobeerd de waarden die ik belangrijk vond hoog in mijn vaandel te houden: eerlijkheid, respect, vriendschap, luisteren, geven om elkaar, verantwoordelijkheid, vertrouwen, positieve instelling… Ik heb twintig jaar lang een job gehad die ik graag deed en ik ben ook gelukkig geweest in die mooie taak. Ik heb twintig jaar lang erg verbonden geleefd met onze Zeelse mensen, in blije maar ook in droevige momenten. Ik heb geprobeerd er te zijn voor de Zelenaars, ik was dag en nacht paraat. En ik heb het graag gedaan!

 

Ik geloof hem graag. Ik neem afscheid van Jef. Sinds maart voert hij een strijd tegen dé ziekte. Sommige dagen lukt het goed, andere iets minder. Het blijft een moeilijke strijd met vele vraagtekens maar ondanks alles is er de hoop. Hoop om de ziekte te overwinnen. Ik hoop het voor hem!

Bedankt, Jef, voor onze babbel. Ik duim voor jou!

Mark De Block
27 december 2011


© Mark De Block

afdrukken

Memoires van een burgervader - Jef De BruyneThuiskomen